Het Rijwielplaatje in vogelvlucht

Voor je lol in de belasting gaan grasduinen, dat zullen de meeste Nederlanders pas doen als zij bijna zeker weten dat ze daarmee een behoorlijk belastingvoordeel kunnen verkrijgen. Er is wel leuker leeswerk te vinden om je vrije tijd mee door te brengen. Toch kan het bezig zijn met de belasting een hobby zijn waar je niet direct beter van wordt, maar waarbij je leest van de tijd waarin de belastingwetten werden gemaakt. Een belasting die vele tientallen jaren niet meer wordt geheven, maar die bij vele oudere Nederlanders nog sterk in de herinnering leeft vanwege het roemruchte belastingplaatje: de Rijwielbelasting.
Door de eeuwen heen is onze overheid steeds bijzonder vindingrijk geweest in het aanboren van nieuwe bronnen van inkomsten. Om slechts een greep te doen van de belastingen die werden geheven zijn:
zout, turf, tabak, dienstboden, biljarten, tabakspijpen, speelkaarten, dobbelstenen, deuren, vensters, vermakelijkheidsbelasting, ondertrouwbelasting, forensenbelasting, hondenbelasting (de katten zijn steeds de dans ontsprongen), omzetbelasting en de inkomstenbelasting. Andere landen deden in dit opzicht niet voor ons onder om de nood der schatkist te beantwoorden.
Rijwielplaatje uit 1924In 1924 kwam minister van financiën, Dr. H. Colijn, in de publiciteit met een nieuwe vondst die hem in staat moest stellen de benarde financiële positie van het Koninkrijk Der Nederlanden te verbeteren. In Staatsblad nummer 306 van 2 juli 1924 kondigde de minister van Financiën een wet af die de geschiedenis is ingegaan als "Rijwielbelastingwet". De belastingopbrengst voor dit eerste belastingjaar was niet minder dan ƒ 5.330.247.-. Enkele jaren later werd ook de autorijder door de fiscus ontdekt als mogelijke bron van inkomsten. De opbrengst van onder andere deze twee belastingheffingen werd in 1934 gestort in een verkeersfonds. De belasting van fietsers, autorijders, tram en treinpassagiers kwam in een grote pot en daar werd de aanleg van auto, spoor en tramwegen uit betaald. Trouwens ook de inkomsten en uitgave van het Rijk van en voor de burgerluchtvaart liepen via dit fonds.

Het Rijwielplaatje

Zoals reeds eerder gemeld, de rijwielbelasting heeft een eigen geschiedenis. Deze rijwielbelastingplaatjes zijn herboren niet als belastingmiddel, maar als verzamelobject. Door de groeiende belangstelling van dit verzamelobject is er zelfs een catalogus gemaakt; hierover straks meer.
Het eerste en alle andere rijwielbelastingplaatjes, dat het opschrift RWB 1924 Nederland droeg, werd door 's Rijks Munt te Utrecht gemaakt in een aantal van 1.776.749 stuks. Het werd verplicht op 1 augustus 1924, maar volgens de voorschriften werden overtreders van de wet gedurende de eerste 8 dagen van augustus nog niet bestraft. Men (de opsporingsambtenaar) liet het bij een waarschuwing.
Spoedig na de eerste uitgifte bleek dat de Rijwielplaatje uit 1925plaatjes op een aantal plaatsen werden nagemaakt en te koop werden aangeboden voor ƒ 0.75 per stuk. Dit had tot gevolg dat de tweede uitgave, geldig voor het belastingjaar 1925 nogal sterk afweek zowel van gravure als metaalsoort. Nadat de geldigheidsduur van het rijwielplaatje 1928 was verlopen werd de wet op enkele punten gewijzigd. De aankoopprijs van ƒ 3.-, zoals dat de voorgaande jaren was gesteld, werd teruggebracht tot ƒ 2.50 en vanaf 1929 zouden er steeds twee jaartallen op de plaatjes voorkomen. Maar de (on)kosten voor het vervaardigen van de rijwielplaatjes bleven knagen aan de schatkist. Zo werd er voor het belastingjaar 1935/36 een officieel ontwerp gemaakt van een nikkelen houder waarin een papierenplaatje jaarlijks verwisseld zou kunnen worden. Het is echter bij het ontwerp gebleven en is nooit in omloop gebracht.

Vindingrijkheid

De Nederlanders zijn ook, gezien de aanschafprijs van het rijwielbelastingplaatje, in die tijd op de proef gesteld en hun vindingrijkheid werd niet onder stoelen of banken gestoken. Er werden allerlei trucjes bedacht om maar buiten het voor die tijd grote bedrag van ƒ 2.50 te blijven. Zo kwam men op het idee om van een bokkingvel (gerookte makreel) een afdruksel te maken van het plaatje van dat geldende jaar. De lederen hoesjes, die waren ontworpen voor het dragen op de bovenkleding, leende zich daarvoor uitstekend. De lederen hoesjes hadden een niet helder doorzichtig mica raampje. Het heldere plastic van nu bestond toen nog niet.

Diefstal

Ook de diefstallen waren niet van de lucht. Om dit te voorkomen werden er diverse uitvindingen gedaan, onder andere naaminslag in het plaatje, een koplamp met een uitsparing en diverse soorten metalen houders voor bevestiging om de stuurstang. Ook de wielrijder zelf ging in de strijd tegen diefstallen, door de plaatjes op allerlei plaatsen vast te solderen. In die tijd werd er ook aan sociaal werk gedaan namelijk bestrijding van Tuberculose "TBC fonds". Vanuit deze vereniging hield men inzamelingen van het niet meer geldige belastingplaatje. Dit deed men onder andere door het plaatsen van grote bussen bij de kantoren van uitgiften van nieuwe belastingplaatjes.

De bezetting

Na de Duitse inval van 10 mei 1940 was een doeltreffende controle echter niet meer mogelijk. De hier te lande zijnde NSB heeft met zijn propaganda tegen deze belasting (druk) vroegtijdig een einde aan deze belastingvorm gemaakt.

Verzamelaar

Van de in totaal 51.179.649 stuks in omloop gebrachte rijwielplaatjes zijn er zeker niet zoveel bewaard gebleven, maar het is wel zo dat er een groeiende belangstelling hiervoor bestaat en het verzamelen hiervan steeds grotere vormen gaat aannemen.
Dit heeft aanleiding gegeven tot het vervaardigen van een catalogus op dit gebied met opname van een grote verscheidenheid aan informatie, onder andere alle afbeeldingen van de plaatjes, aantallen, formaten ontwerpers, belastingopbrengst, enz., enz.. Er bestaan drie uitvoeringen van rijwielbelastingplaatjes:
- allen vanaf 1924 tot en met 1940/41 in de gewone uitvoering,
- in de uitvoering met een uitgeponst gat erin en
- met een uitgeponste ster.
Vanaf 1934/35 tot en met 1940/41 zijn er ook met een naaminslag. Belangrijke wetenschap voor de verzamelaar is: er bestaan er 3 x 17 stuks en met naaminslag 1 x 1934/35 en vanaf 1936/37 tot en met 1940/41. Dus totaal 57 plaatjes om de verzameling compleet te hebben.

Catalogus Rijwielbelastingplaatjes Catalogus
De catalogus "Het Nederlandse Rijwielbelastingplaatje", 160 pagina's, geheel in kleurendruk, is voor de verzamelaar een handig hulpmiddel op A5 formaat, hoe zijn verzameling uit te breiden en te onderhouden. Prijs en betaalgegevens staan op de website rijwielplaatje.nl bij shop.

Mocht u na het lezen van deze vogelvlucht nog vragen hebben, neem dan contact op via de e-mail: Op de website rijwielplaatje.nl vindt u zeer uitgebreide informatie met antwoord op bijna alles op het gebied van de Nederlandse rijwielbelasting.

Veel verzamelplezier!

Cor de Jong


© www.moetjekijken.nl